In Google Analytics kun je ontzettend veel informatie over jouw website vinden. Als je nog weinig ervaring hebt met dit handige statistiekenprogramma, kun je hier gemakkelijk in verdwalen. Lees hier hoe je met Google Analytics kunt starten zonder meteen bedolven te worden onder informatie waar je niks mee kunt. Ik bespreek in dit artikel 3 rapportages die voor jou van belang zijn. Heb je nog geen Google Analytics account of je heb je die nog niet aan je website gekoppeld? Lees dan eerst dit.
Bezoeken aan je website
Kies in de linker kolom van Google Analytics Doelgroep –> Overzicht. Je ziet dan in een oogopslag een aantal grafieken met belangrijke gegevens over jouw website.
- Sessies: het totale aantal bezoekers van jouw website. Dit getal is hoger dan het aantal gebruikers, omdat hier ook de terugkerende bezoekers meegeteld worden.
- Gebruikers: dit is het aantal mensen dat jouw website bezocht heeft. Herhalingsbezoeken worden niet meegeteld.
- Paginaweergaven: het aantal pagina’s dat bekeken is, herhalingsbezoeken worden hier ook in meegenomen.
- Pagina’s/bezoek: het gemiddelde aantal pagina’s dat een bezoeker bekijkt.
- Gemiddelde sessieduur: de gemiddelde tijdsduur van een bezoek aan je site.
- Bouncepercentage: het percentage bezoekers dat slechts 1 pagina bekijkt en vervolgens je website verlaat.
- Nieuwe sessies: het percentage bezoekers dat voor het eerst jouw site bezoekt.
Zoals je in bovenstaande afbeelding kunt zien zijn er telkens pieken en dalen in het bezoekersaantal. Deze pieken en dalen zijn interessant om in de gaten te houden. Als je bijvoorbeeld elke maandag een blog op je site plaatst, en deze ook promoot, dan zal je zien dat je op maandag een piek in je bezoekersaantallen hebt. Heb je bijvoorbeeld een grote verandering gedaan aan je site en zie je vervolgens een daling in je statistieken, dan weet je dat er ergens iets niet goed zit.
Er is niet één antwoord mogelijk op hoeveel bezoekers je website zou moeten hebben, wat de gemiddelde bezoekduur zou moeten zijn of hoe hoog het bouncepercentage mag zijn. Dit is per website verschillend en afhankelijk van het doel van je website en je doelgroep.
Een hoog bouncepercentage betekent namelijk dat veel bezoekers je website weer verlaten na 1 pagina bekeken te hebben. De website van een restaurant heeft bijvoorbeeld als doel om mensen snel het telefoonnummer te laten vinden, zodat ze kunnen bellen voor een reservering. Dat doel kan in 1 pagina bereikt worden en resulteert dus in een hoog bouncepercentage. Bij een webwinkel is het gewenste bouncepercentage vaak wat lager. Het doel van een webwinkel is om bezoekers aankopen te laten doen, hiervoor zijn altijd meerdere pagina’s nodig. Dus is er een lager bounce percentage. In een eerder blog schreef ik hoe je het bouncepercentage van je website kunt verlagen.
Verkeer naar je website
Het rapport Alle Verkeer geeft weer waar je bezoekers precies vandaan komen. Selecteer Acquisitie –> Alle verkeer –> Kanalen.
In dit overzicht zie je direct hoe bezoekers op jouw site terecht zijn gekomen. In dit voorbeeld komt het grootste deel van de bezoekers (57%) via zoekmachines. Dit betekent globaal dat deze site goed gevonden wordt in zoekmachines. Daarnaast is te zien dat de tijd die ik op social media besteed in ieder geval extra bezoek naar de site oplevert. Als ik in dit overzicht vervolgens op ‘Social’ klik is te zien dat vrijwel alle social bezoekers via Facebook op de site komen. Twitter, LinkedIn en Google+ dragen nauwelijks bij aan het bezoekersaantal. Dat kan kloppen, want daar ben ik op dit moment ook niet actief. Overigens is het opvallend dat het bouncepercentage bij de bezoekers via Facebook een stuk hoger is dan bij de bezoekers via Twitter. Dat kan komen omdat ik op Facebook veel links naar mijn blogs plaats. Na het lezen van het blog klikt men weer weg. Hier is in elk geval nog voldoende ruimte voor verbetering.
Bestemmingspagina’s
Om te zien op welke pagina een bezoeker terechtkomt als deze naar jouw site surft, kies je Gedrag –> Site inhoud –> Bestemmingspagina’s. Met de gegevens uit dit rapport analyseer je je landingspagina’s. Dit zijn de pagina’s waarop bezoekers je site binnenkomen en dus ook de pagina’s die het over het algemeen goed doen in zoekmachines. Zorg ervoor dat de informatie op deze pagina’s goed aansluit op wat de bezoeker verwacht en waar deze naar op zoek is.
Je ziet hier voor elke pagina binnen jouw website het aantal bezoekers en hoe deze bezoekers zich gedragen. Op een productpagina die informatie geeft over een bepaald product wil je dat bezoekers lang blijven en vervolgens doorklikken naar een bestelpagina om het product te kopen. Dit resulteert in een langere bezoekduur, een lager bouncepercentage, een hoger aantal pagina’s per bezoek.
Statistieken Google Analytics analyseren
Wat kun je nu met deze gegevens? Het is natuurlijk leuk om te weten hoeveel mensen jouw site bezoeken, maar wil je deze statistieken inzetten om je webwinkel te verbeteren, dan zal je ze ook moeten analyseren. En dat is het lastige van werken met dit soort gegevens. Begin in elk geval met het opstellen van doelen en maak deze haalbaar, meetbaar en concreet. Bijvoorbeeld ‘Binnen een maand wil ik 50% meer verkeer via Twitter verkrijgen’. Vervolgens maak je een plan van aanpak. Hoe ga je zorgen voor meer verkeer? Dat kan bijvoorbeeld door meer berichten op Facebook te posten, meer de interactie aan te gaan en het aantal fans te vergroten of door te adverteren op dit netwerk. Vervolgens meet je opnieuw het aantal bezoekers via Twitter. Is dit aantal voldoende gestegen? Dan hebben je inspanningen zijn vruchten afgeworpen. Is het aantal niet of te weinig gestegen, dan moet je je plan van aanpak bijstellen.
Met dit artikel hoop ik je een handleiding gegeven te hebben waarmee je met Google Analytics kunt starten.
